Eerste Hulp Bij Borstvoeding

Te weinig melk
Het is de meest gehoorde oorzaak voor het mislukken van borstvoeding: te weinig melk. Maar hoe kan het dat zoveel moeders niet genoeg productie hebben om hun baby te voeden? Dat heeft de natuur dan wel heel slecht geregeld. Of is er toch iets anders fout gegaan als borstvoedende moeders met een hongerige baby zitten?

Mireille, kraamverzorgende van Sofie: ‘Negen van de tien keer ligt de oorzaak van te weinig melk in de opstartfase. Als je die eerste week vaak genoeg aanlegt en erop let dat je kind goed effectief drinkt, komt het met je productie meestal goed. Als je baby een paar weken oud is en je hebt te weinig melk, heb je een goede kans dat het nog goed komt door actie te ondernemen. Maar na zes weken ben je te laat; dan valt er niets meer te doen aan die lage productie. Er zijn wel vrouwen die echt gewoon van nature te weinig melk hebben doordat ze te weinig klierweefsel hebben, maar dat is maar een hele kleine groep.’

Mieske-Illustraties-Melkfabriek-melkbus

Teveel melk
Je hoort het wat minder vaak dan te weinig melk, maar soms heeft een vrouw teveel productie. En dat kan dan echt heel vervelend zijn. Het is ook moeilijk op te lossen, dus vraag altijd hulp aan een lactatiekundige als je teveel melk aanmaakt.

Mireille, kraamverzorgende van Sofie: ‘Ik maak regelmatig mee dat vrouwen teveel melk hebben. De borsten zijn dan altijd gestuwd, ze voelen nooit soepel na de voedingen en daar heb je last van. De baby groeit op een gegeven moment minder omdat hij alleen voormelk binnenkrijgt en nooit aan de vettige achtermelk toekomt. Baby’s krijgen darmkrampjes, luieruitslag, het is dramatisch. Laatst was ik nog bij een gezin waar de vrouw aan het afbouwen is – omdat ze teveel melk heeft. Het kind ligt wakker van de kramp, wil vaak drinken, maar krijgt te weinig voedingsstoffen binnen vanwege die voormelk. Hij raakt niet verzadigd: vette melk kost meer verteertijd, maar die krijgt hij niet. De moeder ligt hele nachten wakker van de stuwing en zit steeds tegen borstontsteking aan, dus stopt ze met borstvoeding.’

Moedermelk Netwerk
Het Moedermelk Netwerk brengt vraag- en donormoeders bij elkaar. Het netwerk is bedoeld voor enerzijds vrouwen die om verschillende redenen zelf niet genoeg moedermelk hebben maar hun baby wel graag moedermelk willen geven. Anderzijds biedt het een uitkomst aan moeders die teveel melk hebben en het zonde vinden om het weg te gooien. Het netwerk let erop dat de moeders bij elkaar in de buurt wonen. De aspirant donormoeder wordt gescreend op haar leefwijze en voedingsgewoonten. De ontvanger is degene die het transport regelt (vaak haalt zij het zelf op) en de bewaarmaterialen voor de melk. Meer informatie is te vinden op moedermelknetwerk.nl.

Borst weigeren
Soms weigert een baby opeens de borst en dat kan allerlei verschillende redenen hebben. In de kraamweek heeft het vaak te maken met een verkeerde ‘kennismaking’ met de borst, bijvoorbeeld doordat een verpleegkundige het hoofdje te veel heeft gepusht of doordat de baby zich nog niet helemaal lekker voelde. Als de baby al groter is kan het liggen aan oorpijn, spruw, doorkomende tandjes, enzovoort. Vraag in dit geval advies aan een lactatiekundige.

Vlakke/ingetrokken tepels
Soms zijn tepels te vlak of ingetrokken waardoor de baby niet goed kan aanhappen. Tien procent van de vrouwen heeft zulke tepels. Dan kunnen tepelhoedjes een uitkomst bieden. Dat zijn siliconen hulpmiddeltjes die je over je tepel en tepelhof legt voor het voeden. Ze helpen je baby om makkelijker aan te happen. Het is belangrijk dat de tepelhoedjes goed passen en goed geplaatst zijn. Ze zijn er in verschillende maten; de breedte moet op jouw tepel passen en de lengte passen. Sommige deskundigen vinden dat je tepelhoedjes niet te lang of te snel moet gebruiken; de baby zou dan minder goed leren drinken. Maar als het voor jou werkt, werkt het. Een advies is om erbij te kolven, zodat je productie goed op peil blijft.

Mireille, kraamverzorgende van Sofie: ‘Ik kraamde bij een gezin dat een tweede kindje had gekregen. Bij de eerste ging de borstvoeding vanzelf. Maar de tweede hapte moeilijk aan; de moeder had ingetrokken tepels. Na overleg met een lactatiekundige hebben we een tepelhoedje gebruikt. Toen ging het als een zonnetje. Er zitten wel wat nadelen aan tepelhoedjes. Het is het mooiste om ermee te wachten tot de melkproductie goed op gang is, omdat je meer huid-op-huidcontact hebt zonder tepelhoedjes. En ook kunnen ze je productie remmen doordat de borst iets minder goed leeggedronken zou worden. Maar als je kind niet kan aanhappen is het een prachtig middel. Bovendien kun je altijd wat bijkolven, als je merkt dat de melkaanmaak afneemt. Tepelhoedjes kun je beter niet gebruiken als je kloven hebt, want dan schuurt het.’

Spruw
Spruw is een schimmelinfectie aan de tepel die wordt veroorzaakt door het micro-organisme candida. Die infectie kun je doorgeven aan je baby. Spruw doet pijn aan je tepels en je baby gaat er onrustig van drinken. Je herkent spruw bij je baby door witte vlekjes op de tong en aan de binnenkant van de wangen. Niet vlak na het voeden kijken; dan is je baby’s mond wit van de melk. Het gaat erom dat de tong extra rood is met witte vlekken, dus niet een egale witte kleur zoals van het drinken van melk. Soms is je tepel ook rood en schilferig en jeukt het. Je baby kan door spruw moeite krijgen met aanhappen en onrustiger gaan drinken of de borst weigeren. Om spruw te genezen is vooral hygiëne erg belangrijk: was je tepels en handen goed, wissel elke dag van beha en zorg voor schone zoogkompressen. Kook spenen en je kolfset dagelijks uit. De huisarts kan crème of medicijnen voorschrijven.

Gekolfde melk moet je óf weggooien óf pasteuriseren, want spruw gaat niet weg door invriezen. Pasteuriseren doe je door een fles melk in een pan gekookt water te zetten en deze opnieuw aan de kook te brengen of een kwartier te laten staan in het al gekookte water. Laat de fles daarna snel afkoelen. Vraag voor een meer gedetailleerde uitleg hulp aan een lactatiekundige. Er zijn nog meer methodes om te pasteuriseren.

Mireille, kraamverzorgende van Sofie: ‘Spruw is echt niet leuk. Hoe sneller je het ontdekt, hoe beter het te genezen is. Ik heb er zelf ooit mee getobd en na ruim twee weken medicijnen slikken was het pas echt weg. Met die medicijnen moet je trouwens niet te snel stoppen, want dan komt het gewoon weer terug. Lees de bijsluiter goed.’

Te kort tongriempje
Het tongriempje is het vliesje onder de tong. Sommige baby’s hebben een te kort tongriempje waardoor ze niet goed kunnen aanhappen. Dan moet het gekliefd worden; dat betekent dat er een knipje gemaakt wordt in het vliesje. Dat is een kleine ingreep, die niet alleen goed is vanwege de borstvoeding, maar ook omdat een te kort tongriempje later problemen kan opleveren met bijvoorbeeld praten en tongzoenen. Een groter kind moet ervoor naar het ziekenhuis en onder narcose, soms moeten zelfs volwassenen de ingreep nog ondergaan.

Mireille, kraamverzorgende van Sofie: ‘Ik vond het eerst best een eng idee, dat klieven van het tongriempje. Maar het is als een nagel knippen, een knipje van niets. Het meeste bloed dat ik ooit heb gezien was een heel klein drupje. Kinderen vinden het wel vervelend, want je moet het hoofdje vasthouden en met een speciale lepel het tongetje omhoogduwen. Als het goed is, letten de verloskundige en de kraamzorg er goed op of de baby een te kort tongriempje heeft, maar soms wordt het niet gezien. Ik kwam een keer kramen bij een vrouw die de eerste dagen na de bevalling in het ziekenhuis had doorgebracht. Haar tepels waren er heel slecht aan toe. Haar kindje hapte niet goed aan door een te kort tongriempje. Toch was de moeder door blijven gaan met voeden, waardoor haar tepels steeds meer kapot gingen.

Ik heb onmiddellijk een kolf gehaald. Omdat een kolf niet verkeerd kan trekken aan je tepel (wat wel gebeurt als de baby verkeerd aanhapt), doet dat geen pijn. Bovendien kun je een kolf instellen en dus beginnen op de zachtste stand. Pas op de negende dag lieten we de baby weer aan moeders borst happen. Het ging meteen goed; doordat het tongetje gekliefd was en de baby een week lang flesjes had gekregen. Daardoor kon het kindje nu goed aanhappen. Toen het eindelijk lukte, huilde de moeder tranen met tuiten.’

Verstopte melkkanalen
Een verstopte melkklier geeft een harde en pijnlijke plek in je borst. Als het niet op tijd overgaat, kan het leiden tot borstontsteking. Wat helpt, is de baby de borst met het verstopte kanaal laten leegdrinken en je borst masseren, bijvoorbeeld onder de douche. Of er een warm kompres op leggen.

Mireille, kraamverzorgende van Sofie: ‘Tegen de pijn is koelen fijn, na de voeding. Niet ervoor, want dan wil je je borsten juist opwarmen voor de doorstroming. Je kunt verstopte melkklieren voorkomen door geen knellende kleding te dragen.’

Losse melkklier
Een galactokèle is een losse melkklier of een cyste in de borst met melk erin. Vermoedelijk ontstaat zo’n cyste doordat moedermelk zich ophoopt. Het zou vanzelf moeten verdwijnen. Koel de plek en masseer het niet. Als de galactokèle te groot wordt, kan het nodig zijn om er wat aan te laten doen. Consulteer dan een arts.

Borstontsteking
Borstontsteking komt regelmatig voor en is echt heel vervelend. Niet alleen doen je borsten enorm pijn; je voelt je zelfs grieperig en in de helft van de gevallen heb je ook (hoge) koorts. Er zijn twee soorten borstontsteking:

Bacteriële of infectieuze borstontsteking

Deze ontsteking gaat vaak gepaard met tepelkloven en spruw. Deze soort begint acuut met plotselinge hoge koorts.

Niet-bacteriële of niet-infectieuze borstontsteking

Dit begint geleidelijk, vaak met een verstopt melkkanaaltje. Je voelt dan soms een harde, rode en pijnlijke plek in je borst. Maar het kan ook zijn dat die plek zo diep in de borst zit dat je het niet ziet of voelt.

Wat te doen? Masseer de borst eerst en leg je kind dan aan met het kinnetje in de richting van de pijnlijke plek, als je die hebt. Laat je baby je borsten goed leegdrinken. Of kolf je borsten leeg. Warm je borsten op met een warme kruik. Rust uit (laat die hulptroepen maar komen!). Neem – in overleg met de verloskundige of huisarts – pijnstillers, zodat je beter kunt ontspannen en de melk makkelijker toeschiet. Paracetamol mag, maar dat komt wel in de moedermelk terecht. Dus neem er maximaal een week lang maximaal zes per dag. Als je na 24 uur nog koorts hebt, bel dan de huisarts. Die kan – indien nodig – antibiotica voorschrijven.

Tepelkloven
Tepelkloven zijn scheurtjes of wondjes in de tepel. Ze zien eruit als streepjes of schaafwondjes, soms met een korstje. Vaak ontstaan tepelkloven door slordig aanleggen. Probeer daarom je baby goed laten aanhappen. Houdingen afwisselen helpt ook. Na het voeden kun je het beste een druppeltje moedermelk op je tepels smeren en ze laten drogen aan de lucht.

Mireille, kraamverzorgende van Sofie: ‘Tepelkloven zie je vaak in de kraamweek, soms blijft een moeder er wekenlang last van hebben. Je kunt ze ook later nog krijgen door spruw of kolfgebruik. Meestal ben je na een maand redelijk safe. Als je problemen blijft houden, trek dan aan de bel bij de huisarts.’

Verdriet bij toeschietreflex (D-TSR)
Dysforische toeschietreflex (D-TSR) is een zeer zeldzaam verschijnsel. Moeders voelen dan heftige emoties vlak voor en tijdens de toeschietreflex, vaak verdrietige emoties. Het duurt ongeveer een minuut. Hoe heftig dat gevoel is, varieert, maar het kan zo erg zijn dat je je als moeder echt depressief voelt bij de toeschietreflex. De oorzaak is niet psychisch maar lichamelijk; artsen weten het fijne er nog niet van. Na het voeden is het nare gevoel weer snel voorbij, maar toch kan het zoveel impact hebben dat moeders besluiten te stoppen met borstvoeding.

Tandjes
Gemiddeld krijgen baby’s rond zeven maanden de eerste tandjes, maar dat verschilt enorm per kind. Sommige baby’s hebben met drie maanden al tandjes en andere pas als ze één zijn. Doorkomende tandjes hoeven de borstvoeding niet in de weg te staan. Maar soms gaan kinderen in de tepel bijten en dat is natuurlijk niet fijn. Haal je kind van de borst als je zijn of haar tandjes voelt. Leg hem of haar daarna weer aan. Zo kun je het bijten afleren.

Vasospasme
Bij vasospasme verbleekt je tepel bij het voeden door te weinig bloedtoevoer. De tepel kan wit of blauwpaars van kleur worden en dat kan heel veel pijn doen. De oorzaak is niet helemaal bekend. Soms ligt het aan verkeerd aanleggen, maar het kan ook een aandoening zijn als wintertenen, maar dan in de tepel. Het helpt om warm te blijven en je borsten te verwarmen met een warme doek of hot pack. Gebruik geen papieren, maar katoenen, zijden of wollen zoogkompressen, die je borsten warmer houden. Als je denkt dat je dit hebt, raadpleeg dan een arts of lactatiekundige.